Pillen voor een maakbaar leven

2 oktober 2014 • Hansje Galesloot • MEDICALISERING

Trudy Dehue web

Met z’n allen hebben we steeds meer diagnoses en slikken we steeds meer pillen. Hoe komt dat? Ligt het aan de dolgedraaide DSM, de perfide farmaceutische industrie of aan onze mentale instelling, verwend als we zijn door het koesterende aanbod van de verzorgingsstaat? Nu, aan dat laatste ligt het in elk geval niet, volgens de Groningse hoogleraar Trudy Dehue in haar nieuwe boek Betere mensen. Op 18 september debatteerde Dehue over haar zeer leesbare, maar ook zeer verontrustende boek met het publiek in het Haarlemse Dolhuys.

De lat ligt te hoog
Minister Schippers mag het graag suggereren, maar de groei van diagnoses en medicatie heeft volgens Dehue niets te maken met afhankelijkheid en gepamperd willen worden. Ze vindt het ook onrechtvaardig zoals ouders van kinderen die Ritalin slikken soms heftig worden aangevallen. Maar het is wel belangrijk om te analyseren hoe het komt dat we zoveel meer stoornissen lijken te hebben; waarbij het woord stoornis tegenwoordig meteen medicatie betekent. Willen we die ontwikkeling met z’n allen?

Dehue’s vorige boek ging over De depressie-epidemie (2008). Ze verklaarde daarin de explosieve stijging van het gebruik van antidepressiva uit de hoge eisen die tegenwoordig aan mensen worden gesteld. Het leven heet maakbaar te zijn, voor succes of falen ben je zelf verantwoordelijk. Niet iedereen slaagt erin die hoge lat te halen – en dan kan een diagnose uiterst troostrijk zijn.

In haar nieuwe boek zoomt Dehue in op de stormachtige groei van het aantal ADHD-diagnoses, momenteel vooral onder volwassenen. Er zijn zelfs al schattingen in omloop dat vijf procent van de volwassenen hieraan zou lijden. Is hiermee hetzelfde aan de hand?

Betere mensenMensverbetering
Dat de lat voor velen te hoog ligt, is nog steeds aan de orde. Maar er zijn twee belangrijke verschillen, legde Dehue in Het Dolhuys uit.

1 In het vorige decennium was het nog de overheid die mensen stimuleerde naar de huisarts te gaan om psychische kwalen te laten ontdekken en behandelen. Nu zet de overheid in op ‘demedicalisering’, waarbij mensen in geval van lichtere problematiek worden geacht dit zelf op te lossen met steun van hun eigen netwerk.

2 Vroeger waren medicijnen erop gericht mensen te genezen (of althans de aan het licht getreden kwaal binnen de perken te houden). Nu is medicatie steeds meer bedoeld voor ‘mensverbetering’. Kwalen waarvan we nog niet eens wisten dat we ze hebben, moeten in een zo vroeg mogelijk stadium ‘ontdekt’ worden om met pillen te worden bestreden.

Zo leidt ADHD-medicatie ertoe dat we ons beter kunnen concentreren en dat we sneller leerstof tot ons nemen. Waarom zou je dat dan niet nemen? We willen toch allemaal maatschappelijk geslaagder zijn en onze to-do-lijstjes nu eindelijk eens helemaal afgevinkt hebben?

Maar, zegt Dehue, het probleem is: waar houdt dit op?  Er is ook al veel onderzoek gaande naar de mogelijkheid om via hersenimplantaten en diepe breinstimulatie betere mensen van ons te maken. Hoe maakbaar willen we eigenlijk zijn?

Hyperactief kind of juist creatieveling?
Dehues standpunt is duidelijk: zij vindt deze trend naar een zo groot mogelijke maakbaarheid verontrustend. Zeker omdat niet transparant is wie aan de knoppen zitten. Bepalen farmabedrijven en wetenschappers straks in achterkamertjes welke van onze eigenschappen met allerlei techniek weggeboetseerd moeten worden?

De centrale kwestie is voor Dehue dat afwijkingen van het gemiddelde steeds meer als stoornis worden omschreven. Waarom kan de ene mens niet gewoon drukker zijn dan de andere? Wie bepaalt dat dat een probleem is? Daarbij liet ze in Het Dolhuys een videofragment zien dat de discussie meteen goed losmaakte. Het is een Amerikaanse opname van een ‘hyperactive kid’ in een kinderkoor (klik hier).

Hyperactief jongetjeVeel sterker dan de andere kinderen staat dit jongetje mee te bewegen en mee te zingen. Overduidelijk een ADHD-kind en ‘dus’ een probleem, lijken velen die de video deelden te vinden. ‘I can’t believe it was the mom that recorded this!’ voegde bijvoorbeeld iemand als commentaar toe. En dat terwijl je de moeder op de achtergrond van het filmpje geamuseerd hoort lachen. Ook het jongetje zelf vermaakt zich kostelijk. Dus wat is het probleem? Dat is in dit geval vooral het uit de pas lopen bij de anderen. In Het Dolhuys riep het fragment dan ook onder meer als reactie op dat het jongetje er heel wat meer van weet te maken dan ‘die suffe meisjes’. Maar er stond ook een moeder op, die benadrukte dat ánderen haar aanspraken op het gedrag van haar zoon, zodat zij en haar zoon wel richting ADHD-diagnose moesten gaan.

DSM is een etiquetteboek
Dehue wil niet de DSM al te gemakkelijk van alles de schuld geven, maar dit diagnostische handboek speelt wel degelijk een vertroebelende rol. Eigenlijk is die dikke pil niet meer dan een woordenboek, zegt Dehue. Je zou zelfs kunnen zeggen: een etiquetteboek om aan te geven wat psychisch normaal is. ADHD bestaat niet als objectieve ziekte (er is geen biologische oorzaak aanwijsbaar), het is een keuze om dit een stoornis en dus een probleem te noemen.

Zelfs wetenschappers lijken dit tegenwoordig vaak te zijn vergeten. Een flink deel van haar boek wijdt Dehue aan de steeds nauwere banden van psychologische onderzoekers met de farmaceutische industrie. Onderzoekers hebben hun lievelingsdiagnoses die ze graag in de DSM erkend willen zien – en dat komt mooi samen met de belangen van de farmabedrijven die daarvoor een pil in de aanbieding hebben. ‘Deze vervlechting is een waanzinnig groot probleem,’ aldus Dehue in Het Dolhuys. ‘Dit móet ontkoppeld worden onder leiding van de overheid.’

Verontschuldiging voor falen?
Ook degenen die pillen slikken hebben baat bij onafhankelijk onderzoek, aldus Dehue. Voorzover de toename van diagnoses te maken heeft met de marketing van de farmaceutische industrie, is dat juist slecht voor mensen die er écht last van hebben.

En die bleken er genoeg in de zaal te zitten, wat ADHD betreft. Dehue wierp nog de vraag in het midden waaróm een diagnose als ADHD voor de betrokkenen vaak een opluchting is. Het lijkt wel bijna een verontschuldiging voor allerlei zaken die minder goed liepen. Waarom hebben we dat nodig?

Als antwoord legden een man en een vrouw uit hoe verschrikkelijk veel last ze hadden van hun ADHD, voordat ze medicatie slikten. Dat was het ingewikkelde van dit Dolhuys-debat waar vooral veel cliënten en familieleden aanwezig waren: als je de zaak wil analyseren zoals Dehue doet, moeten gebruikers en hun familieleden eigenlijk boven hun eigen keuze voor medicatie uitstijgen – om zo naar het maatschappelijk probleem van het groeiend aantal diagnoses en stijgend medicijngebruik te kijken. Dat is een lastige paardensprong.

Meer informatie
Trudy Dehue, Betere mensen. Over gezondheid als keuze en koopwaar. Uitg. Augustus, 2014, 350 blz., € 22,99.

Voor een recensie van Betere mensen door Michi Almer in laatste Deviant, klik hier.