Vosseneeltje

vos crop1 maart 2016 ♦ Yolande de Kok COLUMN

Zie je die vrouw met die lange grijze haren in die mottige bontjas? Daar bovenop het duin. Ze heeft een stok in haar hand, een afgebroken tak die ze gebruikt om duindoorns die op haar pad groeien weg te slaan. Haar jaszakken puilen uit. Ik ben er zeker van dat ze kip bij zich heeft. In plakjes gesneden en gekookt, hoewel ze het natuurlijk net zo goed rauw aan de vossen zou kunnen voeren. Die vrouw noem ik Vosseneeltje. Ik heb haar leren kennen in mijn werk als psychiater. Haar echte naam kan ik dan ook niet noemen.

« Ze vertelde dat ze een vos was,
dat ze tussen de vossen wilde zitten en dat er een vossengod was. Toen had de politie de crisisdienst gebeld »

Ik sprak haar voor het eerst op het politiebureau. Ze was aangehouden vanwege een milieudelict, zo stond dat opgeschreven. Ze had stukken kip neergelegd in de duinen. Die waren voor de vossen, maar de kraaien hadden haar verraden. Ze kwamen zo luidruchtig aanvliegen dat ze de aandacht hadden getrokken van een duinwachter, die haar had aangehouden. Ze was zo tekeergegaan dat de politie erbij was geroepen. Ze vertelde dat ze een vos was, dat ze tussen de vossen wilde zitten en dat er een vossengod was. Toen had de politie de crisisdienst gebeld.

Als de politie de crisisdienst belt, willen ze het liefst dat de psychiater van de crisisdienst die persoon meeneemt. Maar de tijd dat mensen zomaar konden worden opgenomen, is gelukkig allang voorbij.

Vosseneeltje, zo blijf ik haar noemen, vertelde me dat er in onze duinstrook zoveel vossen zitten dat ze er bij elke wandeling in de vroege ochtend wel één zag. Dat is ook zo. Ik heb ze zelf ook vaak gezien, ook in de avond. Maar de avond was niet de beste tijd voor Vosseneeltje. Zoals de meeste oude mensen leefde ze vroeg.

Ze wist precies waar in de zeereep de burchten zaten waar de jonge vossen werden geboren, maar dat vertelde ze me niet. Ze vertelde me wel hoe mooi het was als de jonge vossen voor het eerst uit het hol kwamen en met elkaar speelden, of in de zon lagen te wachten op de vleesoverdracht van de moervos. Zo zei ze dat: vleesoverdracht en ze bedoelde dat de moervos aankwam met gevangen wild en dat aan de welpen gaf. Ik dacht dat ze dat woord zelf had bedacht, maar later kwam ik het tegen in een standaardboekje over de vos.

Ze vertelde hoe de jongen leerden jagen en ze had heel goed naar hun technieken gekeken. Ze zei dat ook bij een goede jager negen van de tien pogingen om een konijn te vangen mislukten en dat vossen hun jachtbuit veelal aanvulden met muizen. Bij minder goede jagers was de kans op een konijn nog veel kleiner en de slechtste jagers kwamen van de honger om. Ze zei het onbewogen.

« 'Ze is toch goed van het pad af,' zei de hoofdagent toen ik zei
dat ik de vrouw niet zou laten opnemen »

Die kip was niet bedoeld om de vossen bij te voeden. Ze wilde dat de vossen niet altijd zouden vluchten zodra ze haar zagen en ze vertelde wat ze daarop had bedacht. Ze droeg de oude bontjas die van haar oma was geweest. Ze had die jas door het mos gerold zodat de geur van het duin eraan was gekomen. En de jaszakken zaten vol kip. Een oude vos die door het mos is geslopen en met kip terugkeert: daar moet de burcht toch wel voor opengaan?

vos yogivtZe vertelde hoe graag ze in een burcht zou zitten in de kring van vossen. Dacht ze echt dat dat zou kunnen? Dat ze kleiner zou kunnen worden en zoals Alice in Wonderland in een hol zou kunnen vallen?

Het zou kunnen, zei ze, als de vossen grotere holen zouden graven. Ze zei dat er een Japanse vossengod bestond die Inari werd genoemd. Dat klopt, ik heb het nagezocht.

‘Ze is toch goed van het pad af,’ zei de hoofdagent toen ik zei dat ik de vrouw niet zou laten opnemen.

Vosseneeltje zat toen nog in de cel waar ze haar hadden neergezet. Ze gedroeg zich vreemd, dat was zeker waar. Ze verloor de grens tussen fantasie en werkelijkheid uit het oog en misschien dacht ze bij momenten werkelijk dat ze een vos was. Ze schatte niet goed in dat een duinwachter en een agent die haar aanhielden niet zaten te wachten op een vossenfabel en dat het haar in problemen kon brengen als ze een duinwachter beet. Natuurlijk had ik gevraagd of ze zich bedreigd, achtervolgd of beïnvloed voelde door andere mensen of dat ze stemmen hoorde. Daar had ze fel op gereageerd. ‘Ik heb geen achtervolgingswaan.’

Natuurlijk had ik afgewogen of ze zichzelf of anderen in gevaar zou kunnen brengen. Ze was niet dakloos, ze was niet vervuild. En dat ze de duinwachter had gebeten, was uit zelfverdediging geweest. De kans dat ze zomaar iemand zou aanvallen, schatte ik in als nihil. Er was dus geen enkele grond om haar gedwongen op te nemen.

‘We moeten haar dus laten gaan,’ zei de hoofdagent afkeurend. Met een proces-verbaal vanwege verzet bij aanhouding en het plegen van een milieudelict en de afspraak dat het wijkteam nog eens bij haar langs zou gaan, mocht Vosseneeltje vertrekken.

« Ooit heb ik voor dit vak gekozen omdat ik hou van mensen
die van de vaste paden afdwalen»

Maar Vosseneeltje was zo makkelijk niet te vangen, en dat beviel me wel. Ooit heb ik voor dit vak gekozen omdat ik hou van mensen die van de vaste paden afdwalen. Vosseneeltje plaatste ons al direct voor een logistiek probleem, want ze valt niet onder een wijk. De hele stad is verdeeld over wijkteams, die de mensen die dat nodig hebben psychiatrische behandeling aanbieden, maar de duinen vallen daarbuiten. Daar fietsen geen sociaal-verpleegkundigen doorheen. Daar kunnen psychiaters geen huisbezoeken doen bij mensen die zo somber of verward zijn dat ze niet zelf naar de dokter gaan. En de politie komt er hooguit op zomeravonden. Terwijl er in de duinen, maar dan vooral in de rest van het jaar, heel veel bijzondere mensen lopen.

Ken je die vrouw die altijd in het groen gekleed en kaarsrecht op een oude fiets zit en luidkeels de zegeningen van de Heer prijst? Ken je die man die snelwandelend over het strand gaat en volhoudt dat de waterwinning in de duinen, de aanleg van de zandmotor voor de kust en de waterkering in de Maas door hem zijn uitgevonden? Of de mensen die altijd dezelfde patronen aanhouden, dezelfde wegen en dezelfde tijd?

De meeste duinmensen hebben een zekere dwangmatigheid en enkelen zijn excentriek. Daar moet je niet alleen met de termen van een psychiater naar kijken. Je moet ze observeren in hun eigen milieu. Zo keek ik naar Vosseneeltje.

« Eigenlijk was ze niet anders dan vrouwen die
hondjes in kinderwagens meenemen »

Omdat ik heel veel in de duinen ben en in het voorjaar ook heel vroeg, vanwege de broedvogeltellingen die ik doe, zou ik contact met Vosseneeltje proberen te onderhouden. Als een soort vertegenwoordiger van het wijkteam. Daar liepen mijn werk en mijn vrije tijd dus een beetje door elkaar.

Ik wilde vooral horen wat ze over de vossen vertelde. Daarom praatte ze graag met me. En natuurlijk ook omdat ik haar niet had laten opnemen. Zo heel vaak kwam ik haar niet eens tegen. Maar toch kwam ik wel wat meer over haar leven te weten. Ze was ooit psychotisch geweest, in een ander deel van het land. Ze vertelde dat je daar veel eerder werd opgenomen dan in de Randstad. Bijvoorbeeld als je met de dieren praat. Zo zei ze dat. Lang daarvoor was ze ook een keer in de war geweest, na de geboorte van haar dochter. Daar had ze geen contact meer mee en ook niet met de rest van haar familie. De vossen waren haar familie geworden. Eigenlijk was ze niet anders dan vrouwen die hondjes in kinderwagens meenemen, op de arm dragen of er altijd mee op pad zijn. Alleen maakte zij van de vos geen mens, maar van zichzelf een dier.

Nooit heb ik getwijfeld of ik haar wel had moeten laten opnemen. Tot ik haar op een vroege zomerochtend tegenkwam, haar lange haren los, haar jas open, een reekalf in haar handen. Als Jezus met een schaap in zijn armen, zo liep ze daar.

Iedereen weet dat je een reekalf moet laten liggen, omdat de moeder het verstoot als je het hebt aangeraakt.

‘Ik heb het maar meegenomen voordat de vossen het pakken,’ zei ze en ze ging met het kalf op een duin in de buitenste zeereep zitten. ‘Zo sterft het in mijn handen. Dat is beter dan tussen de tanden van een vos.’

Yolande de Vos
(psychiater)

Foto's: Flickr / Linda Bosmuis (boven) en @Yogivt (onder)