Verliefd op de huisarts en in Santpoort beland

21 mei 2016 • Hansje Galesloot • GESCHIEDENIS

Opnameverslag3

Een verliefdheid, met alle euforische gevoelens die daarmee gepaard gaan, kon genoeg zijn om in de psychiatrie te belanden. Daarvan getuigt een origineel opnameverslag van Santpoort uit 1917, dat uit het archief moet zijn geraakt en bij een antiquariaat was beland. Lees een ontroerend document (we hebben de persoonsgegevens geanonimiseerd).

Weemoedig-peinzend
‘Patiënte is een vrouw van ongeveer 30 jaar, is klein, welgevormd, heeft een frissche kleur en ziet er lichamelijk gezond uit,’ luidt de aanhef van het opnameverslag. ‘Het gebit is nog vrij goed, ze heeft donker haar en bruine oogen. De uitdrukking van het gelaat is meest weemoedig-peinzend. Haar kleeding kon wat beter.’

Het is 12 juni 1917 en J. Ravestein ondervraagt de jonge moeder van vijf kinderen, van wie de jongste nog maar een baby is van vier maanden. Ze verklaart drie weken eerder vanuit haar woonplaats naar de psychiatrische inrichting Meerenberg in Santpoort te zijn gebracht door haar man, zijn broer en ‘een juffrouw welke tegenover haar woont’.

Nog nooit zo goed gevoeld als toen
Ze verklaart dat de reden voor haar opname in Santpoort is ‘dat ze van een anderen man hield’, namelijk haar huisdokter. ‘Zij vond dat Dr. zich zeer voor haar en de kinderen interesseerde. Doordat ze van dien Dr. hield, werd ze tegenstrijdig in haar huishouden en tegen haar man en zoo zij verder vertelde werden haar gedachten verward, dit was het ergste na de geboorte van het jongste kind, daarbij heeft Dr. haar geholpen, ze zeide zich dan ook nooit zoo goed gevoeld te hebben als dien tijd. Ze sprak veel in zichzelf met Dr., alhoewel ze niet dacht dat haar iets teruggezegd werd.’

Santpoort‘Haar man was haast nooit thuis, gebruikte veel sterken drank waarover patiënte ook zeer verdrietig kon zijn, zoodat ze vond dat haar man er ook schuld aan had. Zelf wilde patiënte naar Meerenberg, daar ze er het verkeerde van inzag.’

Tranen in de ogen
Als Ravestein vraagt hoe ze nu terugkijkt op dit alles, antwoordt ze aarzelend: ‘Ja, met weemoed’ waarbij ze de tranen in haar ogen krijgt. ‘Patiënte had gehoopt dat Dr. haar zelf ergens heen zoude sturen b.v. naar een zenuwinrichting, ze geloofde dat ze dan zeker beter zou zijn. Alles heeft ze nu aan haar man verteld en denkt dat ze beiden anders zullen zijn als ze weer thuis is. Dikwijls zit ze in een peinzende houding en heeft ook nog al eens verdriet omdat ze naar haar kinderen verlangt.’

Voordat Ravestein met zijn vragenlijst startte, vroeg de patiënte hem ‘of dit voor Dokter was’. Toen Ravestein dat beaamde, antwoordde ze hem ‘meest dadelijk’. Zou ze weer op contact met een empathische dokter gehoopt hebben? Hoe snel ze ontslagen is uit Santpoort, is niet bekend. Te vinden is wel dat ze op het moment dat haar oudste kind trouwde, in 1930, niet in een inrichting verbleef en nog met dezelfde man getrouwd was. Zo was een luikje naar een ander leven voorgoed op slot gegaan. Met weemoed.

Illustraties: bovenaan een fragment uit het opnameverslag. Onder: het voormalige hoofdgebouw van Santpoort uit 1849, dat al jaren leegstaat en nu wordt herbestemd voor woningen.