Knetter!!! Overpeinzingen uit de nachtdienst
10 oktober 2017 • Theo Groenhoven* • COLUMN
Een van de vreugdevolste momenten tijdens mijn nachtdiensten in de zorg is altijd weer wanneer de eerste lichttinten opkleuren aan de donkere hemel. De afzondering in het verpleegkundig kantoor belooft daarmee uiteindelijk toch tot een eind te zullen gaan komen. Het eerste daglicht is een welkome afleiding van het beeldscherm van de computer waarop ik registraties doe, rapportages samenvat en verplichte e-learnings tot mijn haperende brein tracht door te laten dringen.
Ik lijk wel gek
Vrijwel gelijktijdig met het eerste ochtendlicht dient zich steevast ook het welkome ochtendgezang aan van de vogels buiten. De vrijheid na mijn nachtdienst gloort en klinkt mij in het ontluikende ochtendlicht tegemoet.
Na ruim dertig jaar werken in de GGZ denk ik wel eens: ik lijk wel gek. Wat lokte mij ooit om mij beroepsmatig bezig te willen houden met mensen met problemen? Een roeping heb ik nooit ervaren. Ik heb geen Florence Nightingale complex. In tegendeel. Volgens mij was dat mens knettergek.
Mijn werk als verpleegkundige in de zorg werd medio jaren tachtig slechts afgedwongen door mijn militaire dienstplicht. Die had je toen nog. Vrijdenkend als ik was, vertikte ik het om soldaat worden. En zo belandde ik, met een vervangende dienstplicht in mijn maag, in de zorg. Het leek destijds een win-winsituatie. Ik hoefde geen wapenen op te pakken en hield daar als dienstweigeraar uiteindelijk met hoge voldoendes een beroep aan over.
In de jaren tachtig was het volgens wervende reclamecampagnes niet niks om psychiatrisch verpleegkundige te kunnen en mogen worden. Daar moest je ‘goed voor zijn’.
Ontregeling van brein en bio-ritme
Eind jaren tachtig werd ik in het BIG-register ingeschreven als verpleegkundige. Zonder roeping weliswaar. Sindsdien dool ik beroepsmatig rond in de GGZ. Met als klap op de vuurpijl de steeds maar weer terugkerende en slepende nachtdiensten. Diensten die genadeloos de vitaliteit en regelmaat uit mijn persoonlijke ritme en sociale leven doen wegvloeien.
Als je binnen de eigen vakgebieden van de gezondheidszorg kijkt, is het zonneklaar dat regelmaat en voldoende slaap onontbeerlijk zijn voor ieder mens dat enige mate van welzijn en weldenkendheid betracht. Ik ervaar er dan ook werkelijk geen enkele vreugde in om 's nachts met een zaklantaarn rond te waren in een ‘gekkenhuis’. Wel ken ik de verleiding om naar de verboden vruchten in de medicijnkast te kijken waar de slaapmedicatie voor het grijpen ligt. Daarmee kan ik in mijn fantasie het naderende onheil over een slapeloze dag keren.
Overdag slapen tussen nachtdiensten in is altijd weer een excursie langs de innerlijke gedrochten van mijn ontregelde brein en dito bioritme. Het is jammerlijk aangetoond dat hulpverleners in de zorg qua leefstijl tot een van de meest ongezond levende beroepsgroepen behoren. Het aantal suïcides ligt trouwens ook boven gemiddeld bij ons mafkezen.
Dan zal ik wel stevig in mijn schoenen staan, denk ik dan maar. aangezien ik het al ruim dertig jaar volhoud. Maar als ik dit zou pretenderen, dan zou ik nog knetterdergekker zijn dan die Nightingale.
Vreemd
Ik sta helemaal niet zo stevig in mijn schoenen. Iedereen die lang in de GGZ weet te overleven, heeft zelf op z'n minst een verschrikkelijke rotklap van de molen gehad. Of kreeg die al voorafgaand aan de beroepskeuze. Door de vele jaren heen heb ik psychiaters ontmoet die, zacht gezegd, ‘best merkwaardig' zijn.
Het is een smalle scheidslijn tussen eigen onvoltooid verleden en ramptoerisme. Slechts weinigen slagen erin om als hulpverlener veilig de wal te bereiken.
De hand in eigen boezem gestoken, ben ik zelf ook best merkwaardig. Naast de façade die ik op mijn werk weet op te houden leid ik een kommervol bestaan met oprispingen die zich niet meer laten weg-polijsten als ik in de nachtdienst zit en daags nadat ik eruit kom. Dan ben ik weer de verschrikkelijke man die ik toch al was voordat ik uit eigenbelang de zorg in ging.
De vreugde van het werken in de zorg tel ik op de vingers van mijn hand op met het verstrijken van mijn reeks nachtdiensten. Met het eerste gloren van het daglicht en het eerste lied van de vogels weet ik weer dat het leven gewoon doorgaat. En dat er welzijn schuilt in de kleine dingen en de ochtendhemel. En in de oprechte zorgzaamheid van de 'patiënte' die me vanochtend vroeg een veilige thuisreis kwam wensen.
* Omwille van de privacy is dit een pseudoniem. De naam van de auteur is bij de redactie bekend.