Bajestherapie, traumaverwerking en gedwongen opnames
5 december 2017 • Henk Maurits • FILMRECENSIE
Je gevoelens durven laten zien is niet voor iedereen weggelegd. Zeker niet tussen stoer opgetuigde bendeleden in een streng beveiligde staatsgevangenis in Californië. Maar in de Folson State Prison hebben ze er een therapie voor bedacht, waarin het uiten van emoties centraal staat. The Work heet de film, die een van de verrassingen was op het afgelopen IDFA, waar ook de gelauwerde Franse cineast Raymond Depardon van de partij was met een film over gedwongen opnames. Verder een opmerkelijke film over de kinderen en kleinkinderen van holocaust-overlevenden.
Een heftige therapievorm
Twee keer per jaar mogen buitenstaanders meedoen met een door (ex-)gevangenen opgezet therapieprogramma in de gevangenis, waarin huilen, schreeuwen en knokken normaal zijn. Een bijna exorcistische gebeurtenis, waarin moordenaars en mensen van buiten hand in hand gaan en in vier dagen emotioneel binnenste buiten worden gekeerd. Begeleid door ervaringsdeskundige facilitators, die ervoor zorgen dat de deelnemers elkaar niet werkelijk de koppen inslaan.
Een bijzondere en zeldzaam heftige therapievorm, die goed blijkt te werken in het gewelddadige bajesmilieu. Een smeltkroes van rassen, rangen en standen. Letterlijk zware jongens vol tatoeages met lange strafbladen, die tijdens de therapie contact maken met de buitenwereld. Buitenstaanders die nieuwsgierig zijn naar het leven in zo’n gevangenis, maar ook naar de confrontatie met zichzelf in zo’n uitzonderlijke situatie.
Buitenstaanders
In de film wordt ingezoomd op drie mannen van buiten. Barkeeper Charles is opgegroeid op straat en vraagt zich af waarom hij niet in de gevangenis terecht is gekomen en zijn vader wel. Museummedewerker Chris wil zijn vooroordelen over criminelen in de praktijk toetsen en ervaren hoe het is om oog in oog te staan met iemand die een ander mens heeft gedood. Klasse-assistent Brian vindt de bajestherapie spannend en interessant; hij wil vooral weten hoe het er in zo’n gevangenis aan toe gaat.
Al op de eerste dag moeten zij uit de groep twee gevangenen uitkiezen, die hen tijdens de bijna theatrale therapiesessies vier dagen als een soort buddy’s begeleiden. Na wat kennismakingsrituelen en eerste persoonlijke verhalen, met de gevangenen als doorgewinterde ‘hoofdrolspelers’, wordt het al snel heftig als Kiki, die 17 jaar vastzit voor een roofmoord, aangeeft z’n emoties te willen oproepen en delen. Hij zit met angsten na de dood van zijn zus en kan niet rouwen. Hij wordt door een facilitator aangemoedigd zich te ‘openen’ en barst op een gegeven moment in extatisch huilen uit. Gevolgd door een explosie van opgekropte woede waarbij zijn medegevangenen zich, alsof ze erop zitten te wachten, bovenop hem werpen om hem in bedwang te houden en weer tot rust te brengen.
Gecontroleerd knokken
Dit proces herhaalt zich in de dagen daarna een paar keer, waarbij ook de buitenstaanders Charles, Brian en Chris een beurt krijgen. Charles heeft zijn vader nooit gekend en heeft daar zijn leven lang al verdriet van. Voor hem is huilen geen probleem, zo blijkt al vanaf dag één. Ook Brian is al snel in tranen onder invloed van de gebeurtenissen om hem heen. In hem zit ook veel woede, die net als bij Kiki op een gegeven moment ontploft en leidt tot een robbertje gecontroleerd knokken, dat daarna gerelativeerd wordt met de mededeling dat hij nu met trots kan vertellen dat hij in de gevangenis gevochten heeft met zeven criminelen.
Op de vierde en laatste dag moet Chris, de meest nuchtere van het stel, het ontgelden. Als hij in een geïmproviseerd tentje tussen zijn buddy’s ligt en schemerlicht en yogamuziek voor een meditatief sfeertje zorgen, barst hij in snikken uit. Eerst nog omdat hij zich weer even een gelukkig kind voelde. Maar dan duikt er in zijn verleden een boze vader op die hem eigenlijk niet serieus nam. En dus moet ook Chris door de emotionele barrière. Eerst in een rollenspel waarin iemand zijn vader naspeelt en vervolgens door een blokkade van uitgestoken armen heen, die hem vervolgens omhelzen.
Een facilitator vat daarna mooi samen dat het in die vier dagen in de meeste gevallen ging over vaders en zonen en in bijna alle gevallen het ontbreken van een goede vader-zoonrelatie. Of die na de therapie verbeterd is komen we niet aan de weet, maar wel lezen we in de aftiteling dat 40 gevangenen die aan het therapieprogramma meededen inmiddels uit de gevangenis zijn ontslagen en dat nog niemand van hen er is teruggekeerd.
Shadows
Schaduwen van het verleden verduisteren het leven van Yigal Schwartz, Eithan Michaeli en Miri Arazi, drie in Israël wonende tweede generatie holocaustoverlevenden. In de film Shadows vertellen ze over hun jeugd die overschaduwd wordt door ouders die hun kinderen heel veel sloegen. Ze voelen zich emotioneel verwaarloosd en ‘gestraft’ voor dingen waar ze geen weet van hadden. Yigal Schwartz zag zijn ouderlijk huis als een ‘sadomasochistische gevangenis’ en zijn moeder soms als een ‘kapo’. Ze was volgens hem doorgeslagen en een losbandige vrouw geworden, nadat ze op haar 14de verkracht werd en in 1944 in een dodenmars terecht was gekomen.
Eithan vertelt ook over de emotionele uitbarstingen van zijn ouders, die allemaal waren terug te voeren op Auschwitz, maar waarover niet werd gesproken. Hij hield er onverklaarbare angstaanvallen aan over en werd zelf ook gewelddadig. Miri had ouders die elkaar ontmoetten in de trein naar Auschwitz. Haar vader overleefde het werkkamp en de tyfus, maar sprong op z’n 70ste alsnog van een torenflat. Oude home movies en zijn op cassettebandjes ingesproken belevenissen houden de herinnering aan hem levend, maar de oorlog heeft zowel vader als dochter beschadigd. Zodanig dat de volwassen zoon van Miri haar nu op zijn beurt de huid vol scheldt voor de vele slaag die hij heeft gekregen.
Maar het meest pijnlijke moment in de film is een bezoek dat Yigal met zijn (derde) vrouw en dochter brengt aan zijn Joodse familie in Budapest. Hij wil weten hoe zijn moeder in november 1944 in een dodenmars terecht is gekomen. De familie zwijgt aanvankelijk en wil dat hij het verleden laat rusten. Er vallen pijnlijke stiltes en er vloeien tranen, maar uiteindelijk komt bij een oude tante toch het hoge woord eruit dat Yigal’s moeder een beetje het ‘zwarte schaap’ was van de familie en een slechte relatie had met haar moeder en als gevolg daarvan op een dag uit eigen beweging naar het transportstation voor de joden in Budapest is gegaan. Een vrijwillige keuze die eindigde in een dodenmars, die nog steeds zijn schaduw vooruit werpt.
Gedwongen opgenomen
In 1994 won de Franse filmmaker Raymond Depardon de eerste prijs op het IDFA met de film Délits flagrants. Hierin liet hij de camera meekijken over de schouder van een officier van justitie die moest beoordelen of mensen die waren opgepakt door de politie al dan niet direct de cel in moesten. Nu was Depardon terug op het IDFA met de film 12 Days, die buiten competitie ook al te zien was op het filmfestival van Cannes. 12 Jours, zoals de originele titel luidt, is opgenomen in een psychiatrische inrichting in Lyon, waar de rechter moet beoordelen of een patiënt, twaalf dagen nadat hij gedwongen is opgenomen, langer in de inrichting moet blijven. Ook komen patiënten voorbij die al langer zijn opgenomen en een nieuwe termijn krijgen van een half jaar.
Depardon kijkt mee over de schouder van drie verschillende rechters die met elkaar tien patiënten voorbij zien komen. Het is een simpele registratie van de gesprekken, waarbij de camera zich afwisselend focust op het gezicht van de patiënt en dat van de rechter. Als kijker komt je daarbij in een situatie terecht waarin je meekijkt door de ogen van de rechter en met hem meeweegt of de patiënt een gevaar is voor zichzelf of de samenleving. Maar je kunt je ook identificeren met een patiënt die het heeft over ‘vrijheidsberoving’ en ‘machtsmisbruik’.
In de meeste gevallen kon ik mij vereenzelvigen met de rechters, die wijselijk niet op de stoel van de psychiater gingen zitten, maar de medische rapporten als leidraad namen voor hun beslissingen en zich op een invoelende manier vooral baseerden op de feiten. De verhalen van de patiënten zelf werden geduldig aangehoord, maar dokters wil is wet, zo bleek in de praktijk. Waarbij het pijnlijk was om te zien hoe de advocaten van de patiënten er min of meer voor spek en bonen bij zaten.
Je kunt Depardon verwijten dat hij in zijn selectie wel heel sterk heeft gefocust op patiënten bij wie de voortzetting van de gedwongen opname nauwelijks twijfel opriep. Slechts in één geval gaf de rechter aan zich ‘ondanks het dikke medische rapport’ nog even te willen beraden. Maar bij het besluit om een vrouw die al dertien jaar gedwongen is opgenomen vanwege diverse suïcidepogingen en die alleen maar dood wil, toch weer te veroordelen tot een voortgezet verblijf van een half jaar kun je toch vraagtekens zetten.
The Work. Jairus McLeary, USA, 2017, 72 minuten.
Shadows. Noa Aharoni, Israël, 2017, 53 minuten. Internationale première.
12 Days. Raymond Depardon, Frankrijk, 2017, 88 minuten.
Alle films gezien op het International Documentary Festival Amsterdam 2017.