De ggz moet dringend beter!
4 juli 2019 • Yaira Schoester • OPINIE
Per 2022 wordt, als het aan de Nederlandse Zorgautoriteit en tal van betrokken partijen ligt, een nieuwe bekostiging ggz ingevoerd die een einde maakt aan het huidige diagnose-behandel-combinatie (dbc) systeem. In plaats van dbc’s zullen voortaan zorgprestaties worden vergoed. Yaira Schoester ziet dit als een stap in de goede richting, maar er moet meer gebeuren. Weer wordt vooral gesproken over administratieve lasten- en kosten en nauwelijks over de kwaliteit van de ggz.
Organisatie van het leven
Psychiatrische aandoeningen hebben veel meer dan andere ziekten invloed op het gedrag en de leefsituatie van cliënten. Concreet hebben psychiatrische cliënten vaak meer moeite met zingeving en met het organiseren van het leven. Denk hierbij aan een grotere kans op vereenzaming, financiële problemen, verloedering en vervuiling, werkloosheid, et cetera.
De huidige ggz is nog steeds sterk gericht op de instelling zelf in plaats van op de opgenomen cliënten.Daarbij ligt een sterke focus op een korte opnameduur en medicatie. Indien nodig en mogelijk, worden cliënten vanuit deze instelling bij voorkeur ambulant verder behandeld. Van oudsher kost het de instellingen grote moeite om zich qua begeleiding te richten op zingeving en op de organisatie van het leven van haar cliënten. Terwijl aandacht daarvoor precies is wat cliënten nodig hebben. Het gevolg is dat een kwetsbare groep cliënten meer dan nodig in de problemen komt omdat de eenzaamheid en het gebrek aan organiserend vermogen moeilijk te verdragen blijken.
Weinig effectief
Aan de huidige psychiatrie kleeft een aantal aspecten die in de media en de politiek onderbelicht blijven. Doordat op de psychiatrie de afgelopen decennia doorlopend is bezuinigd en er geen sprake is van een deugdelijke uitkomstmeting, weet niemand in dit land hoe effectief onze ietwat verloederde ggz is. Ervaring leert dat een en dezelfde cliënt vaak heel verschillend, soms ook diametraal tegenovergesteld, behandeld wordt.
Er zijn veel aanwijzingen dat er een grote groep cliënten is waarvoor begeleiding en behandeling weinig effectief blijkt. Sterker, de ggz is er zelf met enige regelmaat de directe oorzaak van dat cliënten dakloos raken. Dit alles klemt omdat er geen sprake is van vrije zorgkeus, psychiatrische instellingen regionaal georganiseerd zijn en het feitelijk (bijna) onmogelijk is naar een andere behandelaar over te stappen.
Wat moet écht veranderen?
Allereerst mag de slager (ggz) niet meer uitsluitend haar eigen vlees keuren. De kwaliteit van de ggz-dienst moet beter en onafhankelijker beoordeeld worden dan nu gebeurt.
Ten tweede moet begeleiding van cliënten gericht op zingeving en organisatie van hun dagelijks leven sterk worden verbeterd. De gemeente kan daarin een grote rol spelen. In het aanbieden van deze op zingeving en op de organisatie van het leven gerichte zorg, misschien meer nog door de coördinatie van deze zorg stevig ter hand te nemen. Dit zou zo maar kunnen leiden tot een daling van terugkerende opnames in de ggz.
En als derde moeten gemeenten en ggz de kwetsbare groep cliënten die recidiverend wordt opgenomen gezamenlijk benaderen. Dat betekent dat er geen cliënt meer ontslagen wordt die geen dak boven het hoofd heeft. En ook dat wanneer de ggz de zorg voor een client wil beëindigen, de gemeente daarvan op de hoogte gesteld wordt zodat er een vangnet kan worden georganiseerd. Dit zou kunnen leiden tot minder verwarde personen op straat.
Dat de NZa heeft besloten naar zorgprestaties te vergoeden is een eerste stap en een goed begin!
Over de auteur:
Yaira Schoester, 29, gediagnosticeerd met autisme en hoogbegaafdheid. Vaker opgenomen in de psychiatrie. Was dakloos, woont nu zelfstandig in een appartement met twee prachthonden en ambulante zorg. Doet vrijwilligerswerk.