Verwarring ontward
8 december 2019 • Michi Almer • VERWARDE PERSONEN
In het debat over wat we tegenwoordig personen met verward gedrag noemen, ontbreekt de stem van degenen op wie de schijnwerpers gericht worden. Socioloog Karlijn Roex weet uit ervaring hoe het is, als ‘verward’ te worden weggezet.Ze volgde het debat op de voet en schreef hierover: In verwarde staat, kritiek op een politiek van normaliteit. Een verontrustend boek, dat een nieuw licht werpt op alle uitspraken en maatregelen als het om de verwarde medemens gaat. Ze brengt die in verband met de manier waarop macht werkt in onze neoliberale samenleving.
Paniekaanval met gevolgen
Als negentienjarige studente had Karlijn zich buitengesloten. Ze had zich net voorgenomen hard te blokken om haar studieachterstand weg te werken. Op straat, zonder telefoon, raakte ze in paniek. Wat nu? Ze liep een bejaardenhuis binnen en vroeg de receptioniste of ze een slotenmaker mocht bellen. Dat mocht niet. Wanhopig zei ze dat het haar teveel werd, dat ze het leven niet meer aan kon. Daarop ging de receptioniste voor haar bellen. Even later bleek dat niet de slotenmaker, maar de politie gebeld was. Iemand zou op haar moeten letten, stelde een agent vast, maar zonder telefoon kon ze niemand bereiken. Daarom moest ze mee naar het politiebureau, opdat een psychiater haar toestand kon beoordelen. Ze werd gefouilleerd en opgesloten in een cel waar de psychiater haar zou komen opzoeken.
Ze had het gevoel in een actiefilm te zijn beland, waarin ze vreemd genoeg niet tot vijand, maar tot iemand met een hulpvraag was verklaard. Hoe kalm en redelijk ze zich ook zou gedragen, het gevaar bestond dat zij zich slechts kalm voordeed, terwijl ze in werkelijkheid een tikkende tijdbom was.
Hoewel ze de psychiater kon overtuigen haar vrij te laten, heeft deze ervaring grote impact op haar gehad. De teruggekregen vrijheid is niet meer vanzelfsprekend. Ze beseft hoe gemakkelijk je tot verward persoon kunt worden gemaakt en schrikt hevig als ze politie tegenkomt. Ongemakkelijke situaties worden nog veel ongemakkelijker als je weet wat er kan gebeuren als omstanders vinden dat je je vreemd gedraagt. In haar boek staan veel voorbeelden.
Deze ervaringen zijn nog maar het begin van het verhaal, want de kwestie ‘personen met verward gedrag’ heeft ook haar sociologisch interesse gewekt. Sociologie is een vechtsport, zo leerde ze van haar leraar, de Franse socioloog Bourdieu, een manier om de werkelijkheid te begrijpen en te veranderen.
Geframed en geregistreerd
In de media vertoont het aantal berichten over ‘verwarde personen’ sinds 2015 een piek In 2014 waren er nog maar 25 krantenartikelen over dit onderwerp; in 2015 zijn dit er 367en in 2018 zelfs 813.
Aanleiding was wellicht dat de man die Els Borst en zijn zus om het leven gebracht, aan wanen leed waarvoor hij psychiatrisch behandeld was. Daar was meer aan voorafgegaan: in 2009 reed in Apeldoorn een auto met hoge snelheid in op de koninklijke koets. Zeven omstanders en de dader overleefden het niet.
De dader, ook ‘verward’ genoemd, had géén psychiatrisch verleden. Wel was hij werkloos, eenzaam en zou hij binnenkort zijn huis uitgezet worden. In 2010 volgde de ‘damschreeuwer’ die de stilte tijdens de dodenherdenking verstoorde. Later op Prinsjesdag werd een waxinelichthouder tegen de koninklijke koets gegooid. Incidenten die voor veel opschudding zorgden.
Bovendien was de politie in 2011 begonnen incidenten met ‘verwarde personen’ te registreren. Deze zogenaamde E33 meldingen betreffen gebeurtenissen waar de politie bij geroepen wordt, zonder dat er een strafbaar feit is gepleegd. Het zijn dus géén gewelddadige incidenten die in deze categorie vallen, geweld is immers strafbaar. Wel kan het gaan om iemand die op straat staat te schreeuwen of zich anderszins opvallend gedraagt. Of om een dementerende dame die de weg kwijt is. Toch werd en wordt het grote aantal E33 meldingen in de media gekoppeld aan het beeld van de gevaarlijke gek, die zwaaiend met wapens de samenleving onveilig maakt. Gevolg is dat mensen zich steeds onveiliger voelen – de ‘normale’ krantenlezer, maar ook degenen die weten dat het ze soms allemaal te veel wordt. In plaats van hulp krijgen ze te maken met de ‘aanpak’ van verwarde personen.
Sociale factoren
Naar aanleiding van de gebeurtenis in Apeldoorn kwam de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding in 2010 met een rapport ‘Individuele bedreigers van publieke personen in Nederland’. Hierin wordt verschil gemaakt tussen ‘verwarde bedreigers’ en ‘verward gefrustreerde bedreigers’. De eerste zijn psychotisch, handelen onder invloed van wanen en hallucinaties en moeten psychiatrisch worden behandeld. De gefrustreerd verwarden hebben geen psychiatrische problemen, maar problemen op het psychosociale vlak. Genoemd worden werkloosheid, schulden, verslaving, gebrek aan stabiele relaties en frustratie over sociaal-maatschappelijke problemen. Ook wie geen psychiatrisch probleem heeft, geldt als verward zodra hij of zij verontwaardiging of individueel protest toont.
“Je kunt dus nooit bij zinnen zijn als je een iets te felle mail stuurt naar de uitkeringsinstantie”, concludeert Roex fijntjes.
Ook in het rapport van het Aanjaagteam Verwarde Personen (2016) worden sociale problemen genoemd als oorzaak van verwarring: “Het gaat om mensen die de grip op hun leven dreigen te verliezen (…) met vaak verschillende aandoeningen of beperkingen (…) veelal in combinatie met verschillende levensproblemen (schulden, dakloosheid, werkloosheid, verlies van dierbaren, gebrek aan participatie, onverzekerd zijn, illegaliteit, etcetera.)
Verwarden als veiligheidsrisico
Het ligt voor de hand dat de verharding van de samenleving, de groeiende ongelijkheid en onzekerheid kunnen leiden tot een toename van mensen met ‘verward gedrag’. Toch wijst Roex erop dat het voornaamste effect van alle media-aandacht voor de gevaarlijk verwarde medemens is dat de toegenomen spanning, angst en onzekerheid onder de (nog) niet-verwarden wordt omgebogen naar angst voor mensen die door onvoorspelbaar gedrag de veiligheid bedreigen.
Maar sociale factoren benoemen als oorzaak van ‘verwarring’ betekent niet dat er naar sociale oplossingen wordt gezocht. Integendeel, de mensen die erdoor getroffen zijn, worden als veiligheidsrisico gezien voor de bestaande orde. Het zijn dus de mensen die er het slechtst aan toe zijn die door mensen die zich nog kunnen handhaven in deze maatschappij, als gevaar worden gezien. Een maatschappij waarin onderlinge solidariteit en sociale zekerheid steeds verder worden afgebroken en onderlinge concurrentie toeneemt,
Straf en verleiding
De Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han benadrukt hoe de belofte dat ‘iedereen die hard genoeg zijn best doet, rijk en succesvol kan zijn, ons aanspoort tot zelfuitbuiting en – onderdrukking. Wie minder succesvol is, heeft dat aan zichzelf te danken, en moet gewoon harder werken – ook aan zichzelf. Volgens Han leidt dit tot een toename van psychische klachten als depressie en burn-out. Maar, zeker sinds de economische crisis in 2007 losbarstte, er is een groeiende groep mensen voor wie deze neoliberale belofte ongeloofwaardig is geworden. In de woorden van Roex: ‘de stoelendans (heeft) voor jou sowieso geen mooie stoel’. Hoe zij in het gareel worden gehouden beschrijft de Franse socioloog, Loic Wacquant, in zijn boek Straf de armen: de afbraak van sociale voorzieningen gaat gepaard met de roep om meer blauw op straat, met overvolle gevangenissen, met afschrikking en sancties.
In het betoog van Roex vullen vriendelijke en de bestraffende vormen van machtsuitoefening elkaar aan. Maar zij vermoedt dat de overvolle gevangenissen die Wacquant in de Verenigde Staten aantrof, in Nederland overbodig zijn als gevolg van het verwarde-personen spektakel en de daarop toegesneden veranderingen in de wetgeving, zoals de Wet verplichte ggz die binnenkort in werking treedt. Die maakt het legitiem om mensen in hun eigen huis gedwongen te behandelen.
Sombere gedachten
Roex schetst al met al een akelig beeld schetst van onze samenleving: de onzekerheid op de arbeidsmarkt, de sterk gestegen vaste lasten, wonen, ziektekostenverzekering, de slechter wordende sociale voorzieningen en dreigende verlaging van de pensioenen maken dat steeds meer mensen angst en onzekerheid ervaren. Deze angst wordt geprojecteerd op mensen die al uitgestoten zijn: migranten, daklozen, en jongeren zonder perspectief. Zo worden vooroordelen bevestigd, niet alleen tegen mensen met psychiatrische problemen, maar ook tegen migranten zonder papieren. Zij ervaren veel stress, hebben tijdens hun vlucht vaak dierbaren verloren, en andere trauma’s opgelopen. Dat maakt hen volgens de logica van het ‘verwarde personen verhaal’ tot gevaarlijke en onberekenbare lieden.
Waarom?
Al lezend groeit mijn onbehagen over de kant die onze samenleving op gaat: angst en paniek hebben er al eerder toe geleidt dat persoonlijke vrijheid werd gekortwiekt: tot de aanslagen van 2001 verzette de bevolking van Nederland zich met hand en tand tegen de verplichting je te allen tijde te moeten legitimeren; daarna werd deze ‘Ausweispflicht’ zonder morren geaccepteerd. Op dezelfde manier accepteren we tegenwoordig dat we essentiële grondrechten inleveren vanwege de angst voor verwarde personen. Wat volgt?
En waarom laten we ons opnieuw wijsmaken dat we bedreigd worden door de meest kwetsbare medemensen? Zij die volgens de officiële definities ‘de grip op hun leven dreigen te verliezen’? Dreigen we niet allemaal de grip op ons leven te verliezen, overgeleverd als we zijn aan de capriolen van de financiële markten? Wordt ons die grip niet ontnomen door een beleid dat ons dwingt flexibel, dus onzeker, werk te accepteren flexibele en op elk moment opzegbare huurcontracten te accepteren?
Er is een keuze
Roex biedt ook hoop. Regelmatig merkt ze dat de meeste mensen, hulpverleners, bezorgde buren of voorbijgangers goede bedoelingen hebben. Ze zijn ècht bezorgd en willen ècht helpen. Het probleem zit in de wetten, regels en protocollen die maken dat hun hulp en zorg door de betrokkenen vaak als straf wordt ervaren. Juist door blind te varen op regels en protocollen gaat er veel mis: Roex citeert een hulpverlener die ervan schrok dat hij het gewoon ging vinden om kinderen in een isoleercel te zetten omdat dat gewoon werd gevonden in de instelling waar hij werkte. Dat is wat Hannah Arendt ‘de banaliteit van het kwaad’ noemt: doen wat normaal wordt gevonden zonder je eigen morele kompas nog te gebruiken.
Gelukkig wordt niet iedere ontmoeting door regels en protocollen gestuurd en kunnen we ervoor kiezen ze terzijde te schuiven. Roex geeft voorbeelden van geslaagde ontmoetingen met mensen die zich op een onverwachte, onvoorspelbare manier gedragen. Daar kunnen we van leren. Zij moedigt ons aan om minder bang te zijn voor wat we niet meteen begrijpen, om de onvoorspelbaarheid van de ander onze nieuwsgierigheid te laten prikkelen en behoedzaam contact te maken. Dan wordt onze samenleving prettiger en veiliger voor iedereen – verward of niet.
In verwarde staat, kritiek op een politiek van normaliteit
Karlijn Roex, uitgeverij Lontano, €25,00